Oostenrijk bij Obtarrenz een gebied met veel originele natuur, het neigt een beetje naar voorgebergte maar is toch uitdagend:

Samen met mijn broer bezoek ik voor het eerst het gebied rond Tarrenz in de buurt van Imst, hemelsbreed 25 km verwijderd van de Zugspitze in Duitsland en 45 km van Innsbruck. Het gebied heeft ons aangenaam verrast. Zelfs lokaal was er meer dan genoeg te doen en te zien om zelfs nog wel een keer terug te willen komen. We hebben ontzettend veel gefotografeerd, gehiked en gemountainbiked.

Anreise met geronk en krekelgezang eindigend in een desolate ontspannenheid:

We vertrekken pas om 5:50 maar dat beseffen we ons pas bij Heerenveen, als ik er achter kom dat ik mijn pas ben vergeten. Voorheen had ik een id-kaart die ik altijd bij me had vandaar. Dus nu gaan we de originele vertrektijd van 5:00 niet halen omdat we weer terug moeten. Daarna gaat het in Nederland vlot maar in Duitsland is het hollen en stilstaan. Om 16:11 zijn we in Oostenrijk en om 16:30 rijden we over de Fernpass nog 18 km verwijderd van de bestemming. Het hele stuk in Oostenrijk worden we vooral in de tunnels begeleid door een kabaal van zwaar geronk van een grote groep motorrijders en hoe dichter we bij de bestemming komen hoe meer zich dit vermengd met krekelgezang dat we zelfs met gesloten ramen in de auto horen. Het krekelgezang blijft, de motoren ronken verder. Het krekelgezang mengt zich met de roep van de groene specht als we op de bestemming aankomen die ons in zijn desolatie net onder het dorpje Obtarrenz midden tussen de bloemenweiden tot rust laat komen. Beter kun je de reis niet afsluiten en de vakantie beginnen. We worden verwend met velden vol kamille, margrieten, duifkruid, rolklaver en heel opvallend de veldsalie. Door de bomen om ons heen, die ons het zicht op de bergen ontnemen, is dat het eerste dat opvalt. Maar het uitzicht mag er ook zijn, evenals de weersvoorspelling die ons in opperste verbazing bombardeert met een week van rond of boven de 30 graden, dat was in Nederland absoluut de voorspelling niet.

Het huis tussen de bomen met de bergen op de achtergrond.
Het uitzicht meteen achter het huis, bloemenrijke almen en bergen.

De volgende dag overweldigt ons zowel de natuur bij en rond het huis als op onze eerste korte verkenningstocht:

De vermoeidheid van de reis is de volgende dag weg. Toch begin je zo’n eerste dag niet meteen in uiterste activiteit en hij begint dan ook pas om 9:30. Van onze zintuigen vergt het trouwens wel meteen uiterste activiteit, zo overweldigt de natuur om ons heen. Al koffie drinkend begint het vooral met het gehoor: krekels, groene specht, grote bonte specht, eekhoorns, boomklevers, bergfluiters, putters en buizerds vragen als een verwend stel kinderen om aandacht, kortom we worden verwend. En zoals het mannen betaamd ga je natuurlijk daarna meteen de omgeving verkennen. Gehoor komt op de achtergrond en zicht neemt het over. Beweging van koninginnepage, parelmoer vlinders, het hooibeestje en zo valt het eerst op, daarna valt het oog op de bijenwolf, gouden torren, rozenkevers, scarabee kevers, eikenblad spin en meer.

De bijenrover een kever wacht op de bloem van de margriet.
De gounden tor komt vaak af op schermbloemigen.
De eikenbald spin.

Vooral planten als kartuizer anjer, veldsalie, kamille en heel verrassend de sierlijke bremraap een parasiet want heeft geen eigen bladgroen.

Veldsalie een vlinder en hommelplant.
De sierlijke bremraap een parasiet zonder bladgroen.

Dan wordt het toch tijd voor actie. Mijn nieuwe bergschoenen klasse b/c die 3 maanden ingelopen zijn aangetrokken en op fotografie safari. Het zijn meindl island schoenen met MFS (memory foam system) iets dat echt werkt je trekt na 5 minuten lopen de veters opnieuw strak en de pasvorm is perfect. Het zijn leren schoenen want suède schoenen heb ik het niet meer zo op, dan maar iets duurder, ze gaan toch nog jaren mee. We lopen door een bont bloeiende alm aan schotse hooglanders en braunvie voorbij en slaan af richting het dorp Obtarrenz en lopen aan een eekhoorn voorbij. Het is met de bergen op de achtergrond een leuk dorpsgezicht, vooral met het leuke kleine kerkje. We slingeren met het pad mee door een dennenbos met ondergroei van jeneverbessen struiken.

Een dennenbos met heel typerende ondergroei van jeneverbessen struiken.

De planten hebben het druk met het bezoek van vlinders en bijen en hommels, veel dikkopjes: spikkeldikkopje, bruin dikkopje en bont dikkopje.

Het bruin dikkopje
Bont dikkopje op bolrapunzel

Koninginnepage, koningspage, parelmoervlinders: woud parelmoer vlinder, zilveren maan en zilvervlek, erebias, tweekleurig hooibeestje, en het zuidelijk bont zandoogje worden allemaal bediend door: vliegenorchis, blaassilene, zeepkruid, bolrapunzel, ratelaar, adderwortel, kartuizer anjer, wilde ridderspoor, weideklokje, vetblad, langbloemige en melige sleutelbloem, bosaardbei, bosbes, tweebloemig viooltje, tijm, veldsalie enz.

Woud parelmoer vlinder
Zilveren maan ook een parelmoer vlinder.
Zilvervlek nog een parelmoer vlinder.
Tweekleurig hooibeestje
Vliegenorchis
Blaassilene
Bolrapunzel
tweebloemig viooltje

De compositie van de natuur omvat ook nog muzikale begeleiding van groene specht, raaf, vink en bergfluiter en zodra het bos opener wordt ook van een waterval die met zijn vochtige omstandigheden plaats biedt aan zowel klein- als groot hoefblad

De eerste waterval heeft een kloof uitgesneden.

Ook krijgen we nu uitzicht op de bergen en de lucht die afwisselend open- en dicht trekt en donkerder wordt.

We krijgen zicht op de bergen en toenemende bewolking.

Na nog een tweede klaterende waterval eindigt het brede pad in een bergpaadje dat 2 jonge vrouwen uitspuugt. Omdat zij in omgekeerde richting lopen volgen we ze na een tijdje ook maar het is wel genoeg voor vandaag. Een paar spatjes water vallen op ons en 2 mountainbikers die vlot omhoog klimmen. Voor het dorp dalen ons nog 2 mountainbikers achterop die ook wat spatjes water meekrijgen en dus wij ook weer. Vliegenorchis en de omringende bergen komen op de foto evenals het dorpsgezicht met omringende bergen en kleine hooischuurtjes op de alm erachter. Het kerkje moet er ook op, weliswaar met iemands gekleurde was ervoor maar ook dat hoort blijkbaar tot het dorpsgezicht.

Het dorpje Obtarrenz en omgeving.
Het kleine kerkje met een waslijn er voor.

Het kluwenklokje en knolspirea zijn de laatste opvallende begeleiders van onze tocht en daarna is het koffie met (helaas geen gebak) zicht op 2 klauterende eekhoorns en een lucht die dreigt maar er valt geen spatje meer.

Auf und davon in die Ferne (18 km) mountainbiking entlang der Fernersee zum Fernpass:

Vroeger dan gisteren staan we om 8:15 op voor een mountainbike tocht met voorlopig nog onbekende bestemming, die af zal hangen van onze conditie die in eerste instantie niet uitnodigt tot er stevig tegenaan gaan. Gelukkig gaat het meteen zeer steil naar beneden in plaats van omhoog. De snelheid een beetje begrenst omdat het zadel te hoog staat en de vering te stug maar het zal toch met een vaartje van zo’n 50 tot 60 km/h geweest zijn, dus concentratie. Temeer omdat het graspad overgaat in een grindpad met bochtig gehalte. Dan volgt de iets minder steile asfalt weg richting Tarrenz. Het verkeer scheurt ons uit elkaar zodat we elkaar kwijt zijn. We komen meer mountainbikers achterop de meeste met hulpmotor maar dat hindert ons echte mountainbikers niet om ze in te halen. Direct buiten het dorp gaat het door velden met wilde bloemen richting Nassereith met begeleiding van de ruisende rivier. De Warning een 2400 meter hoge berg met een pas op 1700 meter hoogte fotograferen we alleen die gaan we vandaag toch maar niet ronden. Nog een blik en foto terug richting Tarrenz en Imst met het achterliggende gebergte en dan gaat het via een tunnel onder de weg door langs Nassereith richting de Fernpass.

De Warning een 2400 meter hoge berg met een pas eromheen op 1700 meter.
Blik terug richting Tarrenz en Imst.

Over slingerende grindpaden gaat het verder, af en toe moeten we van de trappers om uit te hijgen zo steil is het. En toch komen we mountainbikers met hulpmotor achterop en er komen ons vele tegemoet. Hoewel je op de mountainbike veel minder van de natuur mee krijgt valt een vogelnestje (een orchidee, dus plant) wel heel erg op door zijn buitengewone grootte zo groot (hoog) heb ik er nog nooit 1 gezien. Een waterval is fotogeniek evenals het er meteen achter gelegen slot Fernsteinsee.

Het vogelnestje net als de bremraap een parasiet zonder bladgroen
Schloss Fernsteinsee.

De Fernsteinsee is dan ook waar we nu langs fietsen. Dan gebeurd een klein drama. Voor me bevindt zich een houten brug met een opstap van zo’n 30 cm of zo. Ik besluit dit in volle klim te nemen door mijn stuur omhoog te trekken en zo de voorband er op te trekken. Dit lukt net niet, dus ik val opzij omdat ik niet zo snel uit de trappers kom. Met knie en elleboog raak ik het grond. Er vloeit bloed niet veel maar altijd meer dan wanneer je niet zo erg in beweging bent maar het zijn maar schaafplekken. Mijn elleboog heeft niks. Ik wacht op mijn broer, die fietst in de bergen altijd achter mij, ondanks het feit dat hij 9 jaar jonger is ben ik de betere klimmer, en laat mij knie zien. Diepgroen ligt de Fernersee naast ons te pronken. We fietsen door een rivier en dan is het lopend nog 10 minuten naar de Fernpass waar we fietsend 2 minuten later aankomen. Voor de afdaling maak ik mijn vering minder stug door er lucht uit te laten en zet ik mijn zadel lager. Als we verder afdalen hoor ik een verontrustend geratel tijdens het veren. Het blijkt dat het spatbord dat met het zadel naar beneden gekomen is daar nu veelvuldig de achterband raakt. Dus ik zet het bij de volgende stop zo hoog mogelijk. Dan komen we weer bij de rivier. Hier stappen we weer af, de bloedingen moeten gestelpt Met wc-papier en rivierwater maak ik de knie schoon. Dichtkitten moet thuis want we hebben geen EHBO kit. Nassereith komt ons heel wat sneller tegemoet over de steile afdalingen dan dat we het in de klim hebben achtergelaten. Af en toe sputtert de achterband nog steeds tegen dat het spatbord te laag zit. Al ratelend geeft het hier lucht van. Nassereith gooit ons een afwisseling van stijgen en dalen voor de pedalen en het voorwiel het achterwiel werkt het gelukkig weg want het stoempen gaat goed. Zo goed dat we de meeste mountainbikers weer inhalen. We pakken ongewild een andere route en twijfelen maar door bossen en langs weiden bereiken we toch het voorgebied van Tarrenz. Dan komt de klim vanuit Tarrenz. Die begint doenlijk, maar zodra de eerste bocht richting Obtarrenz genomen is weigeren de al getergde kuiten af en toe dienst en geven door het afstappen de longen en het hart daardoor een welkome verademing. Dan volgt nog een tweede veel ergere pijniging over het grindpad richting het huis. En dan na een laatste scherpe bocht zijn we er met een paar trappen, gelukkig maar want veel verder had het niet moeten zijn. Het lopen is even onwennig, ik geeft de achterband gelijk en haal het spatbord er af. De klim was niet alleen afzien om de inspanning maar ook de 33,6 graden was zweetdrijvend dus ik ga meteen douchen. Met bouillon vullen we de zouten weer aan en met thee het vocht. Tegen 16:30 trekt het helemaal dicht en vallen de eerste spetters het begint ook vreselijk te waaien en de regen maakt uiteindelijk de ramen zo nat dat er doorheen kijken niet meer lukt. Voor die tijd hoor ik nog een hop roepen en zie ik een roodpootschildwants. Hoewel je tijdens een mountainbike tocht veel minder van de natuur mee krijgt zagen we toch nog: een wijngaardslak, een oranjetip een bergwitje, veel veldsalie, duifkruid, bos ooievaarsbek, kartuiseranjer, blaassilene, zeepkruid, akelei, distelvlinder, vlier, roos (canina), wondklaver, cypreswolfsmelk, vingerhoedskruid, heel veel ratelaar, kamille en blauwe lis, hetgeen nog niet eens zo slecht is.

Het bergwitje.
veldsalie zie je bijna overal.
Bos ooievaarsbek.
blaassilene.
Donkere akelei.

De afstand bedraagt 41,3 km, het was 577 meter klimmen en dalen met een gemiddelde snelheid van 16,23 km/h, de maximale daalsnelheid was 47,4 km/h. En ‘s avonds zien we tot ons vreugd als eindafsluiting om een uur of 10, 2 edelherten in het weidegebied achter het huis grazen. Ze zien ons maar zijn niet onder de indruk en gaan gewoon door. Het is al aan de donkere kant maar, terwijl de scene ons tot het uiterste beweegt, lukt het met ISO 800 om er onbewogen foto’s van te maken. Dat is het nadeel van foto’s ze moeten meestal onbewogen zijn om de dingen scherp te zien en dat terwijl de scene zelf je op dat moment tot het uiterste beweegt ook om de camera stil te houden. Met film heb je dat tegengesteld. Filmen doe ik trouwens tegenwoordig gewoon met mijn multizoom fotocamera want die maakt hoge kwaliteit film van 4k resolutie dus filmcamera’s zijn voor gewone mensen een overbodigheid geworden, all you need is a fotocamera.

Twee edelherten vlakbij het huis 1 met een wit gewei en 1 met een zwart gewei.
nogmaals de 2 edelherten.
1 van de edelherten meer close-up.

Een chaotische dag met vele hindernissen:

Het begint al redelijk vroeg om acht uur dat er tekenen zijn van wat voor dag het gaat worden. Allianz versichert zu sein ist auch den Österreichischen bauer schon geheuer. Ik hoor al om 8 uur koeien loeien en bellen klingelen en dan mijn broer vloeken. Wat blijkt, gisteravond hebben de 2 edelherten de afrastering van de koeien vernield. Die stolpern nu rond het huis en de auto, die daar op de motorkap en de zijkanten heel wat krassen van mee krijgt. Gelukkig is de boer er direct bij dus die weet van het hele geval en gelukkig zoals gezegd Allianz versichert. Dus wat doe je dan als je de verzekering hebt van het verzekerd zijn: Juist gewoon op stap gaan. Het wordt de Rosenklamm, een diep uitgesleten kloof waarbij je zoiets hebt van als de ramp hier maar uit blijft. Net voor de klamm ligt aan de rechterkant een muur van Gletscher morene materiaal waartegen zowaar een huis is gebouwd. De morene is grijsbruin en vol met kleine stenen, het lijkt net een gespackte muur.

De grijsbruine gletscher morene lijkt op een gespackte muur.

Tegenover de muur stort de rivier naar beneden het dal in en dat lijkt ook nog wel het spectaculairste deel. Dan zien we een 1,5 meter hoger verticale trap waar het water recht naar beneden stroomt. Naast het omhoog kronkelend bergpad bevindt zich menig stroomversnelling. Aan de andere kant van het pad houden planten zich stevig vast bang te eindigen als de tegenoverliggende waterstroom. Het zijn onder andere het lelietje der dalen (nog niet bereid voor het dal te kiezen), dalkruid (ook niet blijkbaar), alpenbosrank, akeleiruit, hartbladige kogelbloem, melige sleutelbloem en eenbes (de andere bes is het dal in gedonderd).

Lelietje der dalen.
Alpenbosrank hangt met grote blauwe bloemen over een tak van lijsterbes.
akeleiruit, het blad lijkt op dat van een akelei en de bloem op die van ruit.
Een cluster van Eenbes planten.

Bij elke stroomversnelling fotografeer en film ik. Dan loopt het pad naar links en loopt dan links de kloof door. Stenen trappen en uitgehouwen stukken en soms houten trappen en vlonders af en toe ook nat en glad, leiden verder omhoog. Dan volgt meteen na een formidabele waterval die een uitholling of zogenaamde trümmel in de rots heeft uitgesleten een 180 graden draaiing en lopen we weer rechts verder.

Een formidabele waterval slijt een trümmel uit in de rotsen.

Het wordt bukken onder een stuk rots door en meteen daarna weer links afbuigen met een mooi uitzicht op Imst met kerk en de bergen erachter.

De kerk van Imst met de bergen op de achtergrond.

Hierna wordt het nog enger, het pad is nu in dezelfde rots uitgehouwen als waar de kloof doorheen gaat. Dan volgt een tunnel en meteen daarna een houten trap en vlonder en zie ik in het opspattende water een regenboog als verzekering dat alles goed gaat komen of het er een van de Allianz is weet ik niet. Maar goed dat dit zo is want hier wordt de kloof dieper en grilliger en de opstapjes hoger en grilliger en ook natter. Bovenaan vlakt het af en wordt de rivier nog grilliger.

Een regeboog in het opspattende water.

Het pad houdt hier niet op, je kan als het ware rondlopen, maar wij gaan terug. Bij het uitzicht op Imst wil het toeval dat de boerin belt dat we ons kunnen melden bij de Allianz versicherung in jawel Imst, helaas vanaf hier niet te zien. We moeten formulieren invullen en de schade tonen. Dus lopen we snel verder want om 12:00 is alles gesloten. Om 11:30 zijn we bij de parkeerplaats en ziedaar de Allianz meteen voor ons neus. Helaas deze Allianz weet van niets (hoezo Allianz), maar na een telefoontje met de boerin verwijst ze ons naar een Allianz verderop in het dorp. Der eine Allianz versichert uns von der andere das der der richtige ist. ‘s Middags gaat het naar de Fernsteinsee. Je zou zeggen bij de Allianz geweest, maar nee. We willen om het meer heen lopen, parkeren de auto hogerop en lopen richting het meer en staan plots voor een hoog hek waar het volgens ons niet meer verder gaat. Dus terug op onze schreden (hoezo Allianz) en een andere afslag genomen. Die voert ons de andere kant van het meer langs onderwijl zien we Dryas oftewel zilverwortel, vetblad, zilverdistel en een spikkeldikkopje. Verder donkere akelei, uitgespreide ooievaarsbek, buxusvleugeltjesboem, cypreswolfsmelk, zonneroosje, rode bosbes, wolfsklauw, melige sleutelbloem. Ook vliegt hier de luzerne vlinder rond en een paar blauwtjes.

Dryas, ook wel zilverwortel genaamd.
Alpenvetblad
spikkeldikkopje
donkere akelei
wolfsklauw

We komen bij een rivier die we oversteken dat gaat met gemak. De volgende is echter te diep (hoezo Allianz), dus weer terug langs een stuk met dwergstruiken, jeneverbessen en verwrongen dennen. Dan maar tussen het hek doorgekropen en het mag zo blijkt (danku Allianz). Eerst volgt een klein meer dan het grote meer. Onderweg komen we langs leverbloempje, eenbloemig wintergroen, vogelnestje, witte klaverzuring, eenbes, lelietje der dalen, dalkruid, vetblad, cypreswolfsmelk, rode bosbes, witte rapunzel, driedistel en ook een wijngaardslak.

Leverbloempje
vogelnestje
eenbes
Lelietje der dalen

In het meer bevinden zich verschillende eilandjes met bomen. Dan zijn we bij het activiteiten centrum en gaan terug, rond het meer lopen gaat niet. Een eekhoorn klimt naast ons in een boom en zit ons dan nieuwsgierig te beloeren waarna hij van boom tot boom weg sprint, maar de foto’s heb ik.

rode eekhoorn

We gaan verder terug en rijden weg terwijl de lucht dichttrekt en weer open gaat, het was warm en zonnig, bijna te. Als we thuis zijn halen we het ijs dat we gekocht hadden uit het vriesvak. Maar wat blijkt de stokjes vallen zo uit het ijs het vriesvak is aan de achterkant open dus doet zijn werk niet (hoezo Allianz), we verorberen dan maar al het ijs (danku Allianz). Het gaat steeds harder waaien maar toch is het in de zon niet uit te houden en gaan naast huis in de schaduw zitten en ruiken de koeienvlaaien die de koeien vanmorgen om 8:00 hebben achtergelaten (hoezo Allianz). Het begint ook nog steeds harder te waaien en de bewolking neemt toe de dennenbomen naast het huis beginnen vervaarlijk te knappen en tegen elkaar te schuren nu maar hopen dat ze niet op de auto vallen die er vlak naast staat en dat gebeurd niet (puntje voor de Allianz) en ja ook de schade aan de auto wordt in Nederland vergoed. We zien nadat het geregend heeft en de lucht opklaart nog een kolibrie vlinder. Ook hebben we nog tandzaad, gele helmbloem, Europese tragant en schede kroonkruid gezien. En we zien vanavond opnieuw de edelherten die we kunnen fotograferen, zo betalen ze nog een beetje terug voor de schade die de koeien aan de auto hebben gemaakt. Al met al 1 puntje voor voor de Allianz en 1 puntje voor de edelherten en daarmee eindigt de dag dankzij de Allianz en de edelherten als een eind goed al goed dag.

Kuitenbijten is een ramp als je er voor staat, maar tijdens de rust, in de afdaling en achteraf denk je daar al niet meer aan en laten we eerlijk zijn (een beetje) genieten is het ook wel:

We dalen af van het huisje richting Tarrenz, dan door Tarrenz en langs de rivier naar Imst. In imst is het even zoeken naar het juiste pad. Als we dat vinden hebben we meteen zoiets, moeten we hier ooit wel aan beginnen en dat vrij in het begin van de tocht en in het begin van de vakantie? Stukken van 20, 18 en 16 %. Wie gemountainbiked heeft weet hoe steil dit is. Maar we gaan, af en toe van de trappers en uithijgen maar. Dan stelt mijn broer voor om terug te gaan en door het dal te fietsen, maar ik wil door, we kunnen altijd nog terug. Hogerop boven Imst gaan we over op een grindpad waar het in het begin minder steil wordt.

Waar het minder steil wordt is een mooi uitzicht.
De andere kant op ligt Imst met daarachter het dal waardoor onze vorige mountainbike tocht ging.

Na nog een aantal behoorlijk steile stukken komen we bij een hek met hoe vreemd een takel mechanisme voor mountainbikes. Ze weten blijkbaar niet hoe licht een mountainbike tegenwoordig is want we tillen ze met gemak over het hek. Dit zal echter met een mountainbike met hulpmotor minder goed gaan.

Het vreemde takelmechanisme voor mountainbikes.
Instructie voor het takelen.

Dan gaat het verder over steile slingerpaden die ons af en toe dwingen om uit te hijgen.

Uitzicht bij een riviertje.

Uiteindelijk komen we uit bij de kabelbaan die mensen naar de rodelbaan brengt die hier begint. De mensen groeten ons vanuit de kabelbaan zitjes. We nemen een middag rust met eten en drinken en gaan dan verder omhoog.

Middagrust

We hebben echter nog zulke steile stukken voor de boeg om onze rondgang te voltooien en hebben niet zoveel zin meer in klimmen dat we besluiten om te keren. Met een vaartje van 53 km/h gaat het over gravel terug en in een ommezien zijn we in Imst. Waar we op de heenweg 1,5 uur nodig hadden is het nu in 15 minuten gepiept. In Imst moeten we dalen over de stukken van 20, 18 en 16 % die we hebben geklommen. In razende vaart gaat het verder. Het is de hele tijd wisselend bewolkt geweest maar nu trekt het definitief dicht en begint het te waaien. Licht omhoog en tegen de wind in gaat het nu verder. Ik ben absoluut geen windrijder wel een klimmer dus dit eist zijn tol. Het put me zo uit dat ik de steile klimmen naar het huisje amper redt, ik ben blij er te zijn. Al met al een afstand van 32,2 km met een gemiddelde snelheid van 12 km/h, maximale snelheid van 53,58 km/h en een stijging van 783 meter. Snel douchen en daarna regent het even heel vel net op tijd thuis dus. Bouillon drinken om de zouten aan te vullen. En foto’s bekijken. Die van de edelherten zijn goed. Om 16:00 moet ik even gaan liggen ik zit er doorheen. Dan eten en na het eten is de zon er weer. De edelherten komen vanavond niet want er is een boer aan het maaien en de schotse hooglanders raken weer los.

Rustdagen horen er bij maar om dan niks te doen…………:

Deze morgen vroeg is mijn broer naar de dokter met 2 tekenbeten. Er zitten hier veel teken ik heb er 1 van mijn been en van mijn arm weten te slaan. Hij krijgt zalf en moet de beten in de gaten houden. Hier in Oostenrijk kun je er tegen gefaxineerd worden, de faxinatie helpt dan een jaar. Op deze rustdag gaan we pas in de middag op stap. Weer richting de Fernpass maar nu naar de Blindsee waar je de Zugspitze in Duitsland heel mooi in het meer moet kunnen zien spiegelen. Helaas, de Zugspitze hangt in de wolken en het meer wordt door de wind teveel bewogen. Toch wordt het een bewogen tocht want het is toch wel interessant door de planten die we hier zien het pad zelf en het uitzicht. Het is een klein bergpad van steen doorspekt met boomwortels.

Het bergpaadje is doorspekt met boomwortels.

In het begin aan de zonkant van het meer zien we veel vlinders vliegen waaronder blauwtjes, dikkopjes, witjes, parelmoervlinders een koningspage en nog het boterbloempje (nee geen bloem maar een vlinder). De vegetatie is hier aangepast aan de droogte van de zonbeschenen stenige grond met kogelbloem, lelietje der dalen, zeepkruid, brilkruid en wilde tijm.

Kogelbloem
lelietje der dalen

Langzaam gedurende de tocht verandert de vegetatie en komen er ook meer bomen te staan, ook hele mooie solitaire bomen. Het uitzicht op de bergen wordt er ook steeds mooier door. Er zijn steeds meer doorkijkjes door de bomen op de omringende bergen.

Doorkijk op de omringende bergen.

Op een omgevallen boom staat een jeneverbes voedingsstoffen te bietsen. Het paadje slingert rond het meer dat op de laars van Italië lijkt. Zodra we aan de vochtigere, beschaduwde kant aan komen verandert de vegetatie. Hier staat ontzettend veel alpenvetbald en dryas, maar ook veel bosplanten waaronder lelietje der dalen, dalkruid, wolfsklauw, alpenbosrank, alpenroosje, bosaardbei, cypreswolfsmelk, rode bosbes en eenbes.

Dryas ook wel zilverwortel genoemd
alpenvetblad
lelietje der dalen
wolfsklauw is net een den in het klein.
alpenroosje een rhodondenderon soort.
eenbes

Hier staan ook veel meer bomen en het pad is doorspekt met over steen meanderende wortels. Wij meanderen mee naar het andere uiteinde van het meer. Midden in het meer ligt een klein semi-eilandje. Het meer is van alle kanten omgeven met bergen en is blauw-groen van kleur door de zuiverheid, koude en de er in opgeloste mineralen. Net voor we in de auto stappen zien we op de parkeerplaats een levendbarende hagedis. Die kan hier leven op deze hoogte omdat het een soort is die de kou kan trotseren, het is ook de meest noordelijk voorkomende reptielen soort.

levendbarende hagedis

Thuis gekomen zitten we in de schaduw want het is weer broeierig warm met temperaturen van boven de 30. We zien en horen bij het huisje nog een zwarte reuzenmier die aangevallen wordt door 4 veel kleinere mieren. Ook hebben we onderweg nog een putter, gehakkelde aurelia, staartmees, duizend gulden kruid, viervelk libel en platbuik gezien.

Zwarte reuzenmier wordt aangevallen door een kleinere soort.

De heiterwand een steenslag gevaarlijk gebied waar de sneeuw nog niet is gesmolten, gelukkig besluit de wand ons niet te bekogelen:

Vandaag weer een warme stabiele dag waarop we vroeg vertrekken want we willen naar 2000 meter hoogte, de kleinere bergpaden op. Het begint redelijk vlak maar dan in het dorp Obtarrenz meteen steil, hier merken we beide dat het in tegenstelling tot gisteren niet goed loopt. Die dagen heb je, je voelt dan meteen, vooral aan de kuiten en bilpartij (die duwen ja als het ware naar boven) dat het je dag niet is. Soms loop je hier doorheen soms ook niet. Bij het eerste huis van het dorp staan bijenkasten en een voederhuisje waarin zich een eekhoorn bevindt. Het kerkje en dorp worden een mooie omlijsting voor foto’s van de omgeving. Het is een bloemrijk dorp dat schildert met bloemenpaletten van vooral veel margrieten. Ze besproeien de aangelegde bloemenbedden ook.

eekhoorn
Zicht vanuit het dorp op de bergen.
In het dorp staan veel margrieten

Door het bos meanderen we met het brede grindpad mee tot we bij een smal bergpaadje komen. We hebben dit stuk eerder gelopen dus letten iets minder op de omgeving maar hebben toch oog voor planten waaronder vetbald, vogelnestje, melige sleutelbloem en langbloemige sleutelbloem. Af en toe zijn er mooie doorkijkjes tussen de bomen door op de bergen.

Het vogelnestje
Af en toe is er een mooie doorkijk op de bergen.

We komen aan 2 riviertjes voorbij en zien ook af en toe een groene zandloopkever wegschieten. Dat wegschieten is letterlijk want dit zijn heel snelle kevers die in verrassingsaanvallen andere insecten vangen, dan wel rennend of vliegend. Het bergpaadje dat we nu tegenkomen maakt het ons niet makkelijk het slingert ons heen en weer in wanhoop over de steilte. Het gaat omhoog langs een kam met zicht op de Heiterwand een heel bekende wand in dit deel van Oostenrijk, hij is 8 km lang en voor het grootste deel kaal. De heiterwand hütte helemaal aan het andere uiteinde van de wand is onze bestemming.

De heiterwand waar het laatste deel van onze tocht langs loopt.

Hier ligt ook de eerste sneeuw in de schaduw van een kloof. Op de weinige daarvoor geschikte plekken (er zijn maar weinig vlakke stukken) staan kogelbloem, Beierse gentiaan, (stengelloze)gentiaan, dryas en het peperboompje (een klein struikje met een cluster van kleine roze bloemetjes).

kogelbloem
Het peperboompje een lage struik.
Dryas

Een riviertje slijt het dal voor de Heiterwand geleidelijk verder uit en slijt naar beneden toe een hele kloof uit. Ook op andere manieren vindt hier heel veel erosie plaats want er ligt hier overdreven veel puin, rotsblokken, stenen en gruis. Het is aan alles te merken dat het hier erg steenslag gevaarlijk is. Dus lang blijven hangen om te fotograferen moet eigenlijk niet, maar wat wil je als je alle interessante planten ziet zoals de zwerg alpenrose een azalea soort. De eerst sneeuwvelden stralen hun kou uit naar onze benen en armen. We lopen nu als het ware tussen 2 kammen in de Heiterwand en een kam er tegenover die ook kaal is maar veel minder hoog een ook veel minder lang. Daarachter ligt het dorp Obtarrenz. Tussen de stenen staan weer meer planten waaronder ook meer onbekende en de gele aurikel een sleutelbloem achtige die veel weg heeft van een gewone sleutelbloem hij is alleen veel geler. Hoe meer we de heiterwand naderen hoe meer we onze weg moeten zoeken tussen dwergden en jeneverbes. Bochten nemend stuiten we ineens op struikheide en andere planten waaronder ook veel klein hoefblad dat hier in juni net onder de sneeuw vandaan komt terwijl die in Nederland vooral maart als bloeiperiode heeft. Dat is in de bergen overal zo. De voorjaarsplanten verschijnen hier veel later in juni wanneer de sneeuw smelt. Zoals bijvoorbeeld de krokus die bij ons in februari/maart 1 van de eerste bloeiende planten is. Specifiekere alpen planten zijn het leverbloempje, de Beierse gentiaan en het rozenkransje. De laatste heeft iets weg van edelweiss alleen dan met een cluster van veel kleinere bloemetjes. In de zon zien we ineens veel vlinders terwijl we ons op een hoogte van 15- a 1600 meter bevinden. De klaverspanner, het groentje, erebia, kleine vos, het boterbloempje, een parelmoervlinder, citroenvlinder, berg-boswitje en het spikkeldikkopje.

krokus in juni bij ons in februari
leverbloempje
Het rozenkransje
het groentje, waarom de naam is duidelijk.
zilvervlek
berg boswitje
spikkeldikkopje

We komen nu steeds meer in het balstenen gebied in het midden van het dal en moeten voor het eerst ook sneeuwvelden oversteken. Dat is altijd oppassen want met de zon erbij wil het nog wel eens zo zijn dat in de buurt van een dik rotsblok de sneeuw extra snel smelt en je er doorheen schiet en vast kom te zitten of tegen het rotsblok knalt en je been verzwikt of breekt. Ook kan het in het voorjaar zo zijn zoals ook hier het geval dat er water onder de sneeuw door stroomt en die ondermijnt zodat je er doorheen schiet. Omdat we de hoogte niet gewend zijn hijgen we als een cheeta na de jacht maar halen een tegenovergestelde snelheid. Waren we maar gemzen of steenbokken, waarvan we hier een voetspoor tegen komen. Die doen wat de cheeta doet (vooral de gems, steenbokken hebben wat kouder bloed) hijgen dan ook maar halen bijna dezelfde snelheid. De stenen waarmee de sneeuwvelden hier bezaait zijn duiden op veelvuldige steenslag. De heiterwand is dan ook een wand die vooral ‘s morgen en een deel van de middag pal in de zon ligt. Op de stenen na is de sneeuw maagdelijk dus er is ons nog niemand voor geweest ook niet naar de hut, die overigens onbemand is. We stuiten op een kniptor met sterk geveerde voelers een beetje een vreemde aanblik want meestal hebben kniptorren geen geveerde voelers. Het blijkt de slakkenrover te zijn.

De slakkenrover een soort kniptor.

Op 1800 meter hoogte houden we het voor gezien. Tot de hut moeten we door een steil sneeuwveld en dat is nog behoorlijk ver. Het is te vroeg voor ons zo’n tocht moet aan het eind van week 2 of begin week 3 wanneer de acclimatisatie op hoogte beter is ingezet (je moet eerst wennen aan het lagere zuurstof gehalte op deze hoogte en het lichaam moet daarop ingesteld raken door meer rode bloedlichaampjes aan te maken dat duurt 2 tot 3 weken). Het blijkt achteraf een goed besluit want ook mijn knieën moeten wennen ze begeven het vlak voor het dorp ze doen pijn. We nemen een middag pauze met eten en drinken en zien een zweefvliegtuig zijn rondjes maken (die maken gebruik van de thermiek die in luchtbellen langs bergflanken omhoog stijgt). Ook zien we een grijsgroene boktor de slanke schouder boktor.

Tot de hut moeten we door een steil sneeuwveld
slanke schouder boktor

We nemen er de tijd voor ook voor foto’s van het zweefvliegtuig en de boktor. Op de terugweg stuiten we nog op steenbreek varen in combinatie met het tweebloemig viooltje en zien we op de rotsen dwergden en lijsterbes staan.

tweebloemig viooltje in combinatie met steenbreekvaren

We zijn niet de enige die het moeilijk hebben gehad met de klim want een vader en zoon komen ons met nog meer moeite tegemoet. Op de terugweg zoeken we naar de vliegenorchis die we vorige keer ook hadden zien staan en komen hem nu veelvuldig tegen evenals nog niet in bloei staande orchideeën. Zo stuiten we ook op het rood bosvogeltje (geen roodborstje of zo maar een orchidee), koeienoog (weer zoiets het is een plant). Ook maretak op de grond gevallen, hij had eigenlijk in een boom moeten hangen, meestal den of populier, want hij is een half parasiet op bomen. De bessen die plakkerig zijn worden gegeten door vogels (veelal lijsterachtigen) en die wrijven na het eten van de bes de plakkerige zaden weer op een andere boom af en zo verspreidt de plant zich. Bij het huisje vliegt een alpen hooibeestje druk rond.

alpen kwastjesbloem
vliegenorchis
het rood bosvogeltje een orchidee

Een macrodag ook inspannend maar rustgevend en net zo spannend als de bergen zelf:

Op deze zaterdag is er vroeg onweer voorspeld maar de dag begint zonnig. We nemen een semi-rustdag. We wandelen al fotograferend naar een natuurgebied niet ver van het huisje. Eerst gaat het naar beneden dan omhoog de almen in. Hier staat een overweldigend aantal bloeiende planten en het stikt er van de vlinders, bijen, sprinkhanen en andere insecten teveel om op te noemen. Het meenemen van de macro voorzetlens betaald zich terug. Afwisselend schroef ik hem er op en haal hem er weer af. Ik fotografeer met een multizoom camera de Panasonic FZ300 met zoom van 24 tot 1200 mm. Met de maximale zoom van 1200 mm kan ik op een halve meter dichtbij fotograferen. Als ik dan ook nog de macro lens er voor draai kan in onnoemlijk in zoomen op de insecten en planten, 1 cm krijg ik beeldvullend op de foto. De 4-assige stabilisatie maakt het mogelijk om gewoon uit de hand te fotograferen. Alhoewel gewoon het is inspannend werk om in gehurkte toestand zonder statief macro’s te maken. Wie dat nog nooit gedaan heeft moet maar eens een hele dag macro’s gaan fotograferen. Je gaat er zelfs van hijgen terwijl je stilstaat. Landschappelijke foto’s zijn er ook te maken evenals foto’s van vogels onder andere de kuifmees (ha, voor het eerst heb ik die op de foto), zwarte mees en bergfluiter. Bij het natuurgebied neemt het aantal bloemen af en mogen we ook niet verder. Hieraan kun je zien dat bloemenweiden een soort cultuur landschap zijn, ze moeten gemaaid worden alleen niet te vroeg en te vaak. De planten moeten eerst rond juni/juli bestoven worden en zaad zetten, dan volgt er nog wel weer een nabloei. Idealiter maaien boeren in de Alpen niet eerder dan in juli en dan nog een keer in het najaar, maar ook hier neemt de intensieve manier van boeren met vaker en eerder maaien toe en ook het bemesten gebeurd meer en meer en dus nemen bloemenrijke velden en almen ook hier af. Een bloemenweide waar helemaal niks aan gedaan wordt gaat wel zaad zetten en afsterven, maar de planten sterven af en blijven liggen waardoor er een soort verrijking ontstaat waardoor planten van een verarmd kalkhoudend milieu verminderen, grassen toenemen en uiteindelijk soorten van een rijkere omgeving gaan groeien. Een soort successie reeks als zal dat in dit kalkrijke gebied wel wat meevallen maar verarmen aan planten soorten doet het wel. De almen werden vroeger ook beweid door koeien en schapen dus dat deed de plantengroei ook goed door alles kort te houden en als het ware ook af te voeren.

Zicht op het natuurgebied hier eindigt het pad.

Op de terugweg komen we nog weer van alles tegen nieuwigheden die we zien zijn: koningspage, knikkend tandzaad, een soort wrattenbijter, knol spirea, een mooie grassen soort, heel veel zonneroosje, grasklokje, weideklokje, het bijenkorfje, graslelie, bergklaver, zandhagedis, gele morgenster, alpenhooibeestje, bosooievaarsbek, pyjama wants, hengel, snuitkever, aangebrande orchis, groot geaderd witje, rotsvlinder, vuurwants en kluwenklokje.

wrattenbijter
zonneroosje
graslelie
zandhagedis
2 kleurig hooibeestje
Pyjama wants
aangebrande orchis
groot geaderd witje

‘s Middags gaan we naar het Hahntenjoch, op de weg ernaartoe gebeurd er iets uiterst verbazingwekkend. We rijden door Imst en dan omhoog de pas op. Voor ons rijdt een Audi A3 en daarvoor een oudere man die zo om zich heen kijkt in opperste bewondering voor de omgeving dat hij de vaart er echt niet in heeft. Dat denken niet alleen wij maar ook de Audi A3 voor ons. Die geeft plank gas en gaat eromheen net of zet ie de auto opzij om 4 of 5 meter verder er weer voor te knallen en dat in een tijdsbestek van een paar seconden en net op tijd want een tegenligger bereikt ons een paar seconden later ook. Heb nooit geweten dat een A3 zo’n sprint kan trekken, heb het ooit als auto overwogen en nu ben ik overtuigd dat ik het had moeten doen………. of misschien ook niet. Even voorbij de pas zien we twee vrouwen op een racefiets de pas op gaan ook indrukwekkend gezien het stijgingspercentage en wat ze al achter de rug hebben. Het gaat niet met de pit van de Audi maar dat maken ze hoogstwaarschijnlijk in de afdaling wel goed. Op de pas is het vrij druk en je hebt een uitgebreid zicht op de omringende bergen. We zien de heiterwand waar we gisteren voorlangs liepen vanuit een heel ander perspectief. We parkeren op de top. Het staat er vol met voorjaarsbloemen die nu de sneeuw langzaamaan begint weg te smelten haast maken om in bloei te komen. Hoewel de bloei op deze hoogte zo vroeg nog niet veel insecten zal aantrekken en waarschijnlijk vegetatieve voortplanting (via wortel uitlopers, zijknollen e.d.) eerder een voortplantingsstrategie zal zijn. Genetisch gaat daardoor de populatie verarmen maar dat hoeft niet altijd tot problemen te lijden. Er staat onder andere: Gletscher anemoon, slanke sleutelbloem, witte en paarse krokus, het peperboompje en bergkwastjesbloem. En als toegift zien we ‘s avonds de edelherten weer.

gletscher annemoon
krokus
peperboompje
berg kwastjesbloem

Als we denken dat we al zoveel hebben gezien dat er niks nieuws meer te zien valt dan hebben we het mis:

Voor vandaag is er slecht weer voorspeld, alweer. Steeds gaat het echter ook weer over door een complex aan hoge druk gebieden waarvan er 1 aan elke kant van Oostenrijk ligt. Die voeren warme lucht aan vanuit Afrika, tegelijk houden ze lage druk gebieden op afstand. Het is wel bewolkt maar af en toe komt de zon er ook doorheen. Enige nadeel in de bergen is dat door deze weer situatie de onweer kans heel erg toe neemt. In het begin komt het vooral ‘s avonds op, maar naarmate het langer duurt ook eerder op de dag. De Salvesenklamm is onze bestemming. Vanuit het huisje lopen we naar beneden richting het dorp. Meteen in de eerste bocht zien we de glasvleugel pijlstaart. Hij doet denken aan een kolibrie en helikoptert van veldsalie bloem naar veldsalie bloem de vleugels zijn doorzichtig.

glasvleugel pijlstaart

Verder lopend zien we de hop wegvliegen die ik eerder die week al had horen roepen. Ze zoeken onder andere emelten in de grond. Er zitten veel kevers op de schermbloemigen vooral scarabee en gouden tor. Het staat bomvol graslelie en stinkende gouwe.

gouden tor
graslelie

In het dal zien we een veld vol klaprozen dat ze als voer voor de schapen gebruiken. Verder zien we duivenkervel, wilgenroosje, sint jans vlinder, slangenkruid, bloedcicade, knikkende distel.

klaprozen voor schapenvoer
sint jans vlinder
knikkende distel

De beide kerkjes van Tarrenz zijn mooi tegen een achtergrond van bergen vast te leggen. Dan gaat het de hoek om omhoog naar de klamm.

De kerkjes van Tarrenz.

Het gaat meteen steil maar het klimmen gaat me wonderwel af en de knieën spelen niet op. Akkerwinde, boswitje, bloeddrupje, gevlekt dikkopje op bolrapunzel begeleiden ons langs een riviertje dat ons tegemoet komt. Als we over het riviertje stappen en verder slingeren over het pad tussen de bomen door stuiten we op gevlekte orchis en welriekende nachtorchis.

gevlekt dikkopje
bos orchis
welriekende nachtorchis

Bij de klam aangekomen zien we aan de andere kant gesteente lagen die door het natuurgeweld van voorheen, waardoor de bergen hier ook zijn ontstaan (kalkgesteente is vanuit zee omhoog gedrukt, zie het als overblijfselen van oude kalkriffen/krijtrotsen en of koraalriffen je vindt er ook fossielen van zeedieren in terug) en als een soort golfen over elkaar heen liggen, hoe kunnen ze beter de herkomst symboliseren. Rechts naast ons bevindt zich zijmorene materiaal door een oude Gletscher hier naartoe geschoven, over natuurgeweld gesproken. Het erodeert weg en menig boomwortel ligt bloot en kun je volgen en zien hoe ver de bomen hun wortels wel niet uitstrekken op zoek naar houvast en water en mineralen. Sommige bomen zijn hun houvast kwijt en vallen omver.

gesteenten liggen in golven over elkaar heen.

Op de brug boven de klamm zien we hoe ver de kloof uitgesleten is. We kunnen aan de overkant verder lopen maar gaan terug en volgen een zijpad hier ook weer veel welriekende nachtorchis. We klimmen omhoog over de zijkant van de kloof heen en komen op het brede pad dat we al eerder gelopen hebben en richting Obtarrenz loopt. Dus we zijn naar beneden gelopen naar Tarrenz dat in het dal ligt en via de klam terug omhoog naar Obtarrenz. Dit rondje brengt ons weer terug bij het huis. Vlak voor het huis zien weer weer iets aparts 2 hoornaars die met elkaar aan het vechten zijn de koppen en het achterlijf tegen elkaar in een soort cirkel.

2 hoornaars zijn met elkaar aan het vechten.

‘s Avonds lopen de schotse hooglanders weer los ze gedragen zich rustig en we houden ze van de auto af dus het valt mee. Er lopen 2 jongen bij dus het is een beetje uitkijken, je kan van schotse hooglanders moeilijk inschatten wat ze doen met jongen in de buurt. Maar als je ze staat laten ze zich ook wel sturen. Uiteindelijk kom de boer met dochter en jaagt ze terug naar de omheining.

Geen Deutsche scorpion (gelukkig zul je zeggen, maar ik vind het ontzettend jammer) maar wel een eekhoorn, nieuwsgierige koeien en een groene specht:

Ik voel me meteen de volgende dag bij het ontwaken niet goed. Het plan was een mountainbike tocht om een berggroep heen met een lengte van 50 km en 800 meter klimmen. Met pijn in mijn hart en twijfel besluit ik niet mee te gaan. Ik kruip weer in bed en sta om 10:30 op en bak broodjes voor het middag eten en schrijf m’n verslag van gisteren af. Om 12:00 eet ik en ga daarna meteen op pad. Weer richting het natuurgebied. Daar ga ik niet helemaal aan toe maar sla af richting de almen van Obtarrenz.

Zicht op de almen rond Obtarrenz.

Van het uitzicht genietend kom ik uiteindelijk op de asfalt weg terecht en sla af richting het bos. In het bos aangekomen staat er meteen een bordje dat naar beneden wijst door het bos het dal in richting het dorpje Dollinger. Dwars door het natuurgebied. Omhoog gaat het door het bos richting Sinnesbrun. Ik besluit af te dalen omdat ik het natuurgebied in wil. Een klein slingerpaadje gaat steil naar beneden en is gemarkeerd met rood/witte strepen op de bomen. Het stopt even bij een heel leuk uitzicht op de bergen en het dorp met paarden in de wei. Van het uitzicht genietend kom ik uiteindelijk op de asfalt weg terecht en sla af richting het bos. In het bos aangekomen staat er meteen een bordje dat naar beneden wijst door het bos het dal in richting het dorpje Dollinger. Dwars door het natuurgebied. Omhoog gaat het door het bos richting Sinnesbrun. Ik besluit af te dalen omdat ik het natuurgebied in wil. Een klein slingerpaadje gaat steil naar beneden en is gemarkeerd met rood/witte strepen op de bomen. Het stopt even bij een heel leuk uitzicht op de bergen en het dorp met paarden in de wei. Daarna gaat het dan sterk slingerend en steil tussen de bomen verder. Op een gegeven moment kom ik het bord tegen dat het natuurgebied markeert.

Het bordje van het natuurgebied.

Het vermeld dat je hier ook de Deutsche scorpion kunt zien. Een 3 cm grote, zwarte schorpioen die van mieren leeft en voorkomt in warme dennenbossen en stenig terrein. Ik let er wel op maar zie hem niet. Wel alsof hij het beseft dat ie in een natuurgebied is een eekhoorn meteen verrassend na het bord en een bocht vliegt hij naast me de boom in en net als ik hem in het vizier heb klimt hij verder tot een voor hem veilige hoogte waar hij blijft zitten en te fotograferen is. Het pad loopt heel steil verder ik heb het zelden zo steil meegemaakt en ik vraag me ook af of ik verder moet want wat als ik alles terug omhoog moet klimmen? Maar zoals ik vaak als doorzetter ben besluit ik toch steeds verder te gaan. Nieuwsgierigheid en doorzetten gaan voor het verstand maar dat brengt me vaak ook de meest unieke situaties, want opeens sta ik van boven recht op het dorpje Dollinger neer te kijken recht naar beneden. Even overweeg ik om het dorp in te lopen en het dal over te steken en dan richting Tarrenz te lopen en dan omhoog naar Obtarrenz. Maar dit keer zegeviert het verstand. Goed/slecht wie zal het zeggen wat ik mee kan maken maak ik niet mee en gelukkig weet je dan als je omkeert niet wat dat geweest had kunnen zijn, je kunt er naar raden. Dus het hele lange uiterst steile stuk terug, alsof dat veel beter is. Het is veel korter maar………. Weer sta ik plompverloren voor de/een eekhoorn die wederom vlot de boom in schiet, wacht, kijkt, dan verder schiet en op veilige afstand naar me blijft kijken. Is het dezelfde? Wie zal het zeggen. M’n gevoel zegt van ja het is ongeveer in hetzelfde gebied. Ik klim verder tot het hoofdpad en kies nu Sinnesbrun en natuurlijk weer uiterst steil. Dat verwacht je vaak in Zwitserland omdat de paden daar over steiler terrein gaan in verband met de hogere bergen, maar het kan dus in Oostenrijk ook. In de verte hoor ik koebellen en die hoor ik steeds beter. Ze waarschuwen er hier voor om er niet te dicht in de buurt te komen omdat ze net zoals je in Nederland wel ziet voor het eerst weer buiten zijn en dan wat onstuimig kunnen zijn. Ineens sta ik er midden tussen (nu ben ik niet zo bang uitgevallen wat koeien aangaat dus ik blijf rustig, er zit trouwens wel een stier tussen) ze zijn nieuwsgierig en lopen achter me aan. Uiteindelijk is het nieuwtje van mij er af en blijven ze staan. Ik kom weer op het hoofdpad terecht en steek een riviertje over en kies dan het försterpad. Maar weer zegeviert het verstand en besluit ik terug te gaan. Het is bijna 3 uur en ik schat in zo rond koffietijd 15:30 weer terug te kunnen zijn. Ik kies het hoofdpad richting Obtarrenz, loop door het dorp in, pak een afslag terug richting het natuurgebied en dan richting het huisje. En warempel om ongeveer 15:30 zie ik mijn broer terug. Ik ben hier altijd vrij goed in, schatten wanneer ik ergens terug zal zijn of zal aankomen. Ik ben moe en het is broeierig en dus ga ik snel het huis binnen en in de koelte liggen. Hoe warm het ook is binnen in het huis is het altijd koel, het heeft dan ook hele dikke stenen muren. In Frankrijk in de Ardèche heb ik dat ook meegemaakt hoe warm het ook is tussen dikke stenen muren (tot met een meter dik) blijft het altijd koel. Komt echter de warmte er wel door, krijg die er dan maar weer eens uit. Tijdens het koffie drinken zit de groene specht die we hier constant horen en ons intrigeert ineens pal naast ons in de boom. Helaas ligt het foto toestel binnen, te laat………… Dus altijd binnen handbereik want het lot wil nu een keer dat wanneer je het niet bij de hand hebt je unieke fotografische momenten meemaakt.

De anhalter hütte wordt falscher kogel dat qua panorama niet de verkeerde keuze is en er is ook nog tijd voor een mountainbike tocht en een magnum:

Vandaag vertrekken we om 9:15 in de auto nogmaals naar het hahntenjoch. Deze keer om een tocht naar de anhalter hütte te maken, die net achter de heiterwand ligt. Het loopt anders maar laten we dat voor nu maar aannemen. Vanaf de parkeerplaats gaat het via een stenen pad dat soms doorspekt is met wortels van de dwergdennen omhoog door velden met voorjaarsbloemen en we houden het niet voor mogelijk maar ook vandaag krijgen we van de natuur weer nieuwigheden voorgeschoteld. Hier staat slanke sleutelbloem, stengelloze gentiaan, voorjaarsgentiaan/Beierse gentiaan, dryas, de bladeren van de gele gentiaan, dagkoekoeksbloem, alpenannemoon, voorjaarsannemoon, kranssalomonszegel, het geel hongerbloempje, aurikel, Gletscher boterbloem, gletscherannemoon, krokus, kogelbloem, buxusvleugeltjesbloem, melige sleutelbloem, Europese trollius en alpen kwastjesbloem. Qua vogels zien we alpenkauw, alpen heggenmus, sneeuwgors en beflijster. Qua vlinders in ieder geval koningspage en verder hebben we daar niet zo op gelet.

gletscher boterbloem
gletscher annemoon
kogelbloem
krokus hier in bloei in Nederland al 3 maanden uitgebloeid

Meteen na de voorjaarsbloemen lopen we tussen de dwergdennen door vrij rechttoe rechtaan. Dan komt er een scherpe knik en gaat het steil omhoog richting een sneeuwveld dat op z’n minst 2 meter dik is want de gele bordjes die je wijzen waar het langs gaat naar de heiterwand hütte en de anhalter hütte staan net boven de sneeuw uit. Dus het pad zien we sowieso niet, hoe goed de bordjes misschien ook wijzen.

De bordjes van het pad staan net boven de sneeuw uit.

Over het sneeuwveld slippen we richting het joch dat tussen de falscher kogel en de maldon grat ligt. Voorbij het joch zien we een man aan het sneeuwscheppen om de route naar de anhalter hütte vrij te maken. Het ene moment zie je hem het andere moment niet meer. Ook daar ligt de sneeuw manshoog. De sneeuw ligt hier nog zo hoog omdat er de afgelopen 3 jaar heel veel sneeuw is gevallen in de bergen. Op sommige passen ligt er nu midden juni bijvoorbeeld nog zo veel sneeuw dat je er met de auto niet overheen kunt. Passen die wel vrij zijn geven je vanuit de auto zicht op sneeuwwanden van 20 meter dik. Over de sneeuw boven de man loopt een spoor naar de rotsen waarin 2 mannen aan het klimmen zijn. We zitten nu met een dilemma, doorlopen de pas over naar de anhalter hütte die we vanaf hier niet zien liggen, maar wel het pad er naar toe dat de man nog niet helemaal sneeuwvrij heeft. Of rechts naar de Maldongrat of de Gabelzpitze. Of links naar de falscher kogel.

De anhalter hütte.

We besluiten dat te kiezen en vragen ons af of dat de juiste keuze wel zal blijken te zijn. Het is het allerlaatste uitstekende rotspunt van de heiterwand die hier eindigt in de Maldon grat. Het gaat eerst over een paar sneeuwvelden en dan steil met slingerpaadjes omhoog naar de graat, waar het iets lichter verder omhoog gaat. Er staan hier overal bloeiende planten om ons heen en er vliegen nogal wat vlinders rond, dat is vroeg op deze hoogte met de sneeuw nog steeds overal meters dik. Als we eenmaal boven bij het kruis aankomen hebben we een fenomenaal uitzicht in alle richtingen over alle omringende bergketens. Ik opper de panorama stand van het fototoestel en vind de juiste knop. Dan is het een kwestie van de ontspan knop indrukken en dan meebewegen met het panorama. Als je dit te snel of te langzaam doet geeft het toestel dit aan. Het werkt opvallend goed in 3 keer ben je 360 graden rond. Thuisgekomen blijkt dat het uitstekend werkt je ziet geen enkele beweging of waar het eventueel mis ging. Voor de zekerheid doe ik het 2 keer en maak voor de rest gewone foto’s.

panorama foto van het berggebied.
zicht op de Maldon graat met daarachter de Heiterwand.

Het is inmiddels 11:30 dus we gaan eten en drinken. Dan gaat het weer naar beneden. Het klimmen ging ontzettend goed, het is dan ook achterin de 2e week, de acclimatisatie treed in. Ook het dalen gaat al balancerend over de stenen ontzettend goed. Dit is iets waar ik ontzettend van houd het balanceren over de stenen en ik ben er ook goed in. De knieën die al een beetje jeukten (een goed teken) spelen niet op. We komen nog 2 keer mensen tegen nadat ik over het sneeuwveld richting het paatje met gele wegbewijzenring ben geskied (ja dat gaat ook goed op schoenen). Bij het tweede sneeuwveld zit een beflijster die ik ook nog in de vlucht vrij goed op de foto krijg.

beflijster in de vlucht.

Al balancerend gaat het weer verder dan door de dwergdennen struiken en dan zijn we ook al weer bij de parkeerplaats. Om 13:15 zijn we terug bij het huisje. Ik voel me zo goed dat ik besluit om die middag nog een mountainbike tocht te doen. Het wordt dezelfde route als die ik gelopen heb van het huisje door de bossen naar de almen van Obtarrenz. Het gaat heel goed ik kom kinderleicht omhoog en kan bijna zonder stops door. Ik weet het juist tempo te pakken en mijn ademhaling goed te reguleren. Ik fiets het hele stuk van Obtarrenz tot het pad eindigt midden in de bossen. Dan fiets ik terug en pak een afslag die omhoog gaat naar de hoofdweg die weer naar Obtarrenz loopt. Via die weg ga ik weer naar Obtarrenz, door het dorp en terug naar het huisje. Een rondje dat me gemakkelijk af ging. Ik hoefde in de klimmen eigenlijk niet te stoppen en kon met lichte maar langzame tred en langzame ademhaling het makkelijk vol houden. Dat is een situatie die ideaal is een tred die goed voelt op je eigen tempo waarbij je de ademhaling kunt controleren en je hoofd leeg is met een enorme rust er in. Dan gaan we naar de winkel en gaat er een grote beker magnum ijs mee.

Een (wallfahrts)tocht langs de Sinnesbrun, langs de Zugspitze en naar het Sinnesjoch:

Op deze laatste tocht tijd voor contemplatie een beetje in weemoed terugkijken op een vreselijk actieve en interessante bomvolle vakantie met veel natuur, veel foto’s (bijna 4000, maar soms kom ik er met 7- a 8000 thuis, weliswaar is dit gefotografeerd in serie dus er vallen altijd sowieso 2/3 af). Maar nog niet teveel weemoed want de dag ligt nog voor me. Dat heb ik altijd heel erg vooral als ik thuis terug kom uit de bergen. Ik voel me daar zo thuis dat ik fernweh krijg. Ik heb trouwens ook eerder fernweh dat heimweh (naar huis hoef ik nooit) dat heb ik altijd gehad. In de bergen heb ik ook altijd de nieusgierigheid van wat is er te zien is om de volgende hoek. Dat is de charme van de bergen er staat altijd een berg op je pad die je het uitzicht beneemt en ook (vooral vroeger heel veel, ik ben nu teveel gewend) de adem beneemt door verwondering en inspanning (de inspanning wordt wel meer naarmate je ouder wordt, maar de ervaring ook groter). Mijn broer zet ma af aan het eind van de weg door het dorp. Dat wordt eerst nog een hele tippel richting de Sinnesbrunnen. Maar hoewel ik me niet optimaal voel gaat het niet slecht want ik kom sneller vooruit dan wat de borden qua tijdsaanduiding aangeven. Onderin in het begin in het bos is er nog weinig te zien maar naarmate ik hoger kom en het bos opener wordt zie ik steeds meer planten staan. Bij een kapel die onderdeel is van de wallfahrtstocht (mensen lopen deze route als wallfahrt, een beetje en contemplatief moment in deze hectische wereld is niet verkeerd) sla ik linksaf naar de Sinnesbrunnen. De volgende stop is een klein kerkje bij de Sinnesbrunnen zelf een klein meertje waar water omhoog borrelt.

Het kerkje bij de Sinnesbrunnen.

Verder lopend kom ik bij een andere bron en onderweg zie ik veel kogelbloem en alpenvetbald. Bij de bron ligt een hele rij koeien heel fotogeniek te luieren. Dit is blijkbaar hun wallfahrtsort, ze hebben hun eigen bron.

De koeien liggen op een rij bij hun eigen bron.

Ik steek een houten bruggetje over dat over een stroompje loopt dat hier een moerassig gebiedje heeft gemaakt. Als bewijs staat een dotterbloem naast het stroompje. Verder stengelloze gentiaan, voorjaarsgentiaan, dryas, melige sleutelbloem. Het pad wordt steniger maar ook zandiger. Dan openbaart er zich iets dat ook elke wallfahrstganger zou kunnen waarderen denk ik. Het bos wordt steeds opener en het gravelpad steeds steiler. Gedurende de klim zie ik ineens een bergketen boven het pad verschijnen. Hoe hoger ik kom hoe groter het panorama wordt.

Boven het pad verschijnt een bergpanorama.

Boven komend en voorbij de bomenrij lopend openbaart zich een complete bergketen voor me van de Alpler, via de Duitse Zugspitze tot en met de Stubaier alpen bij Innsbruck. Er staat een soort metalen zonnewijzer waarop alle bergtoppen zijn aangegeven. Ik maak panorama foto’s en ga op een bankje zitten eten en genieten van het uitzicht.

Een soort zonnewijzer geeft de naam van de bergen aan.
Het uitzicht op de bergen de berg ;inksachter is de Zugspitze.
De Zugspitze in duitsland meer ingezoomed.
Panorama foto van het berggebied.

Dan gaat het richting het Sinnesjoch. Het gaat steil omhoog over een stenig paadje tussen de dwergdennen door en ik heb meteen zoiets om hier weer naar beneden te komen valt nog niet mee. Dit gaat noch een tijdje zo door terwijl het uitzicht achter me steeds groter wordt ik kijk nu meer de dalen in. Ik loop nu over een komvormig begroeid pad waar je niks merkt van de stenigheid en het ook minder steil is. Ik loop constant tussen de dwergdennen en waar het pad weer steniger wordt, wordt het ook weer zodanig steiler dat ik me constant afvraag of ik wel verder moet gaan. Ik moet ook rekening houden met het weer want het trekt iets dichter en de wind neemt steeds meer toe en die is van de bergen af. In de bergen kun je rekenen op goed weer als je overdag bergwind hebt, dus wind vanuit het dal naar de bergen toe. Keert dit zich om dat keert het weer zich niet ten goede. Maar toch ga ik door de doorzetter in mij heeft nog de overhand en de nieuwsgierigheid ook. Dan stuit ik op een sneeuwveld en merk ik dat ik tussen de dwergdennen uit kom. Verderop zie ik nog meer sneeuwvelden zodat ik hoop krijg dat ik behoorlijk dichter bij mijn doel ben. Dan zie ik de top in de verte en wordt die hoop geen waarheid. Ik besluit nu om toch maar niet verder te gaan. Te ver, te vermoeiend en te steil. Ik zet de rugzak neer en eet en drink wat. Zonder rugzak loop ik nog wat verder omhoog om een beter overzicht te krijgen. Het verstand neemt het nog niet helemaal over maar uiteindelijk toch, ik ga terug. Langzaam en met zekere tred rekening houdend met mijn knieën. In het verleden heb ik een vervelende blessure aan mijn knieën opgelopen. Op een hoogte van 2000 meter heb ik in een sprintje mijn rechterknie verdraaid. Tijdens het verder naar benden lopen ging de linkerknie opspelen omdat ik mijn rechterknie teveel moest ontzien. Vanaf die tijd heb ik in het begin altijd pijn in mijn knieën die ik moet ontzien. Ik was toen 14 a 15 jaar dus het speelt al een hele tijd. De tochten daarna is het altijd afwachten, gaan ze jeuken dan gaat het de goeie kant op en gaat het over en heb ik er verder geen last meer van. Bij het mountainbiken heb ik er geen last van en het speelt altijd bergaf. Je ziet het trouwens heel veel bij oudere mensen die een werkbaar leven in de bergen hebben gehad ze hebben allemaal last van de knieën. Het fototoestel dat ik altijd schietklaar in mijn hand heb, heb ik in de rugzak gedaan het hindert te veel bij het afdalen. Ik moet mijn handen vrij hebben die moeten de benen ondersteunen bij het dalen zo steil is het. De knieën spelen een beetje op maar het valt mee. Af en toe neem ik een rustpauze. Tijdens een rustpauze belt mijn broer of hij me al kan komen afhalen. Ik geef aan dat ik in de afdaling zit. Ik kom goed aan bij het bankje beneden en bel mijn broer. Ik geef aan dat hij na het dorp door het hek verder moet rijden tot een parkeerplaats vlakbij waar ik ben. En dat hij naar boven moet komen omdat ik hem het uitzicht en de wallfahrt niet wil ontnemen. Tijdens het wachten op een bankje in de schaduw zie ik een notenkraker in de boom tegenover me zitten.

De notenkraker een kraaiachtige die denne kegels plundert.

Een hele aparte vogel. Helemaal bruin met witte spikkels met een ongewoon dikke lange snavel. De snavel is specifiek geschikt voor het uitpluizen van zaden uit dennenkegels. Het is een kraai/gaai achtige met een hele aparte roep als je die een keer gehoord hebt vergeet je hem nooit weer zo karakteristiek. Het is een combinatie van gaai/kauw en alpenkraai. Dan belt mijn broer dat hij onderweg is. Hij is bij het kerkje. Ik geef aan dat het niet ver meer is en loop hem zonder rugzak tegemoet. Als ik hem zie wenk ik en samen lopen we terug naar het uitzicht. Terug naar de auto gaat het vrij vlot en ik ben blij dat ik met de auto het laatste stuk terug kan want zelf in de auto is dit nog een hele rit. Een beetje minder wallfahrtsgehalte maar een wallfahrt met zelfkastijding voorkom ik hiermee.

Panorama foto van het gebied waar we hebben verbleven.
Tags: , , ,
Posted in Geen categorie | No Comments »

Leave a Reply