Over verschillende beeldformaten en resoluties:

Beeldformaten en resoluties:

Er is de laatste tijd een keur aan beeldformaten ontstaan en resoluties nemen ook in snel tempo toe, maar wat is in het zicht van onze menselijke visuele perceptie zin en onzin? Om dat te kunnen beantwoorden zul je eerst meer over het gezichtsveld en blikveld en het oplossend vermogen van onze ogen moeten weten.

Beeldformaten:

Laten we eerst bij de beeldformaten beginnen: Tegenwoordig zijn vooral de volgende beeldformaten in gebruik: 4:3 voornamelijk in gebruik bij de goedkopere pocket en multizoom camera’s, alles wat geen spiegelreflex is gebruikt vaak dit formaat, ook systeemcamera’s. Spiegelreflex camera’s houden vaak het van origine gebruikte formaat van 3:2 aan. Daarnaast kun je op steeds meer camera’s ook kiezen voor het 16:9 breedbeeld formaat, dat ook veel wordt toegepast bij monitoren en televisies. Er is ook nog het 16:10 formaat dat je tegen komt bij sommige beeldschermen. Vroeger had je bij de groot formaat camera’s (grotere broertjes van de spiegelreflex) het 1:1 formaat oftewel vierkant, deze camera’s hadden wel wat van de tegenwoordige fullframe camera’s die kwalitatief veel hogere resoluties leveren soms wel van 50 megapixels.

Gezichtsveld:

Nu komt er wat theorie om de hoek kijken voor wat betreft het menselijk oog: Het menselijk oog heeft een gezichtsveld en een blikveld. Eerst komt het gezichtsveld aan bod, hiermee wordt bedoeld wat je ogen waarnemen zonder dat je je ogen of je hoofd beweegt. Dit blijkt een veld te zijn van 140 graden horizontaal en 80 graden verticaal, omgerekend (140/80) 1,75 : 1, dit komt heel dicht in de buurt van het breedbeeld formaat van 16 : 9 hetgeen omgerekend (16/9) op 1,78 : 1 uit komt.

Blikveld:

Ons blikveld is ruimer dan ons gezichtsveld. Met blikveld wordt bedoeld het deel dat je ogen waarnemen als je je hoofd stil houdt maar je je ogen beweegt. Dit is een veld van 190 graden horizontaal en 135 graden verticaal hetgeen omgerekend (190/135) neer komt op 1,4 : 1. Dit komt het dichtst in de buurt van 4:3 hetgeen omgerekend (4/3) neerkomt op 1,33 : 1. Het 3 : 2 formaat van spiegelreflex komt hier met 1,5 : 1 ook dicht in de buurt.

Gevoel:

Vaak is het in dit soort getheoretiseer het gevoel waar aan voorbij wordt gegaan. Zelf heb ik het gevoel dat het 4 : 3 formaat te beperkt is in de breedte en het 16 : 9 formaat is in de hoogte te beperkt. Blijven over het 3 : 2 formaat of het eerder genoemde 16 : 10 formaat. Vaak is het middelen wat de klok slaat in deze situaties. Laten we eens kijken wat het gemiddelde zou moeten zijn: 1,75 – 1,4 = 0,35, 0,35/2 = 0,175. Halen we deze 0,175 af van 1,75 dan komen we op 1,575, dit komt het dichtst in de buurt van 16 : 10 dat zoals we zagen op 1,6 uit komt 3 : 2 geeft 1,5. Zelf heb ik een monitor van het formaat 16 : 10 en ik moet zeggen dat formaat bevalt me heel goed en ik heb ook bewust deze keuze gemaakt omdat ik toevallig op het werk ook een monitor van dit formaat kreeg. Daarvoor had ik er één van 4 : 3 en ik heb ook wel vanuit mijn werk als systeembeheerder vaak naar 16 : 9 breedbeeldschermen zitten kijken, maar mijn gevoel zegt dat het 16 : 10 formaat beter bevalt. Mijn gevoel komt eigenlijk heel dicht in de buurt van het gemiddelde, als je het perfect wilt doen zou het er één van 16 : 10,159 moeten zijn, maar in de praktijk zal je dat verschil niet merken. Ook is het een gegeven dat onze gezichtsvelden en blikvelden niet perfect rechthoekig zijn, maar eerder ovaal, maar of een ovaal beeldscherm ook beter is? Tegenwoordig zijn er ook curved schermen, waarvan de hoeken dus naar je toe gebogen zijn zodat je het gevoel krijgt dat je er midden in zit, dit schijnt onder gamers populair te zijn. Het heeft wel iets van wat je vroeger op de kermis had zo’n bolle tent met een gebogen scherm dat je veel meer het gevoel gaf er midden in te zitten. Er komt nog een ander aspect om de hoek kijken en deze heeft te maken met de afstand tot het scherm, hoever zit je er van af. Dit heeft onder andere ook te maken met de resolutie en dat is iets dat ik later ga bespreken wel verklap ik alvast dat dit een kijkhoek van 50 graden zou moeten zijn.

Fotografische aspecten:

Op mijn site draait het om fotografie dus ik mag ook zeker de fotografische aspecten van dit geheel niet negeren. Het is een feit dat we een foto als het ware met onze ogen lezen en wel van links boven naar rechtsonder, zoals we ook een boek gewend zijn te lezen. Dit heeft consequenties voor de compositie van de foto. Er is een regel genaamd de regel van derden, waarbij de foto zowel horizontaal als verticaal wordt opgedeeld in 3 gelijke delen. Zo krijg je 4 lijnen met 4 snijpunten en om een foto niet te statisch te maken is het een soort ideaal om het onderwerp in de foto op 1 van deze 4 snijpunten te plaatsen. Ook is het een gegeven dat de horizon op 1 van de horizontale lijnen geplaatst moet worden om niet te statisch te zijn, waar de horizon komt hangt dan af van welk deel van de foto de meest interessante details bevat. Is de lucht een leeg vlak zonder wolken dan kan het beter zijn om de horizon op 1/3 van boven te plaatsen en de voorgrond meer aandacht te geven is de situatie andersom met veel wolken en andere details in de lucht dan komt de horizon op 1/3 van onderen om de oninteressante voorgrond buiten beeld te houden. Uitzonderingen hierop zijn foto’s met symmetrie, bijvoorbeeld spiegelbeelden of foto’s met twee onderwerpen. Daarnaast is het een gegeven dat horizontale foto’s een ruimtelijke beeld geven en verticale foto’s juist het gevoel van diepte accentueren. Kijken we in dit kader naar de foto formaten dat kun je er het volgende van zeggen: Het 4 : 3 formaat geeft een minder ruimtelijk beeld maar juist meer diepte in de foto, tegelijkertijd liggen de snijpunten waarop het onderwerp geplaatst kan worden relatief dicht bij elkaar, er is dus weinig ruimte voor plaatsing van het onderwerp, volgens mij leent dit formaat zich meer voor foto’s met 1 onderwerp dat verhoudingsgewijs beeldvullender in beeld komt zoals vogels, gebouwen e.d., het is ook het formaat dat het minst afsnijd van een eventueel lege lucht of voorgrond. En er is minder plaats voor de ogen om de foto te lezen. Kijken we naar het 16 : 9 formaat dan geeft dit formaat juist een heel ruimtelijk beeld en het gevoel van diepte zou minder moeten zijn, tegelijkertijd liggen de snijpunten waarop het onderwerp geplaatst kan worden veel verder uit elkaar er is dus meer ruimte voor het onderwerp en ook voor meerdere onderwerpen. Voor landschappen is dit ideaal en volgens mij is dit ook het formaat dat in de buurt komt van hoe wij landschappen ervaren. Diepte is een ander verhaal hoewel daar minder ruimte voor is is er wel meer ruimte voor diagonalen en die kunnen ook veel diepte geven. Er is ook meer ruimte voor het oog om de foto te lezen tenminste in horizontale richting. Bovendien is dit formaat meer geëigend voor het afsnijden van oninteressante luchten of voorgronden en daarmee ook een beetje beter geschikt voor symmetrische onderwerpen. Bekijken we de beide formaten verticaal dan geldt het relatief gezien het omgekeerde in dit geval is 4 : 3 ruimtelijker en heeft het 16 : 9 formaat extreem veel diepte.

Illustreren:

Het is natuurlijk mooi dit op deze manier te verwoorden, maar vaak werkt het beter om het te visualiseren dus ga ik één en ander hieronder illustreren aan de hand van een aantal foto’s. De foto’s zijn allemaal genomen vanaf hetzelfde standpunt en met dezelfde brandpunt afstand en min of meer dezelfde instellingen qua belichting (diafragma en sluitertijd).

Het 4 : 3 formaat, vergeleken met het 16 : 9 formaat hieronder, heeft meer diepte.

Het 16 : 9 formaat werkt veel ruimtelijker dan het 4 : 3 formaat hierboven.

Ter vergelijking het 4 : 3 formaat verticaal heeft veel meer diepte.

Nogmaals het 4 : 3 formaat verticaal.

Nu het 16 : 9 formaat ook verticaal, nog meer diepte.

Het 4 : 3 formaat.

Het 16 : 9 formaat minder details meer oog voor de boomstammen.

4 : 3 verticaal, ruimtelijk, minder detail, minder diepte.

16 : 9 verticaal meer diepte, meer detail, minder ruimtelijk.

4 : 3 een heel stuk oninteressante lucht

16 : 9 oninteressante lucht is weg.

4 : 3 ingezoomed ondanks de diagonaal minder diepte.

16 : 9 uitgezoomed dankzij de diagonaal heel veel diepte.

4 : 3 meer focus op het onderwerp.

16 : 9 meer nadruk op het omringende landschap.

4 : 3 verticaal originele foto.

16 : 10 verticaal uitgesneden.

16 : 9 verticaal uitgesneden.

4 : 3 originele foto.

16 : 10 uitgesneden.

16 : 9 uitgesneden.

Vind zelf de originele foto beter omdat er meer ruimte is voor het onderwerp, hoewel je natuurlijk in het echt bij elk formaat gewoon zo veel zou uitzoomen dat de reiger helemaal in beeld komt. Opvallend is ook dat het verschil tussen de foto’s verticaal veel meer opvalt dan horizontaal. Bovenstaand resumerend zou er dus eigenlijk nog een fotoformaat bij moeten komen namelijk dat van 16 : 10, dat combineert het beste van alle formaten in 1.

Resolutie en het oplossend vermogen van de ogen en printgrootte:

Als je het oplossend vermogen van je ogen wilt weten c.q. meten dan ga je naar een opticien of dokter, die vraagt je om afwisselend met links en rechts naar een serie letters te kijken die naar onderen toe steeds kleiner worden en dat van een vaste afstand van 6 meter. De meeste mensen halen hierbij een standaard regel, deze wordt 20/20 of 6/6 genoemd van 20 voet of 6 meter. Alles wat daarboven zit kan vanaf een langere afstand nog onderscheiden worden, voor alles wat daaronder zit moet je vaak dichterbij komen. Nu is het zo dat een foto van een afstand bekeken moet worden die gelijk is aan de diagonaal van de print. Dit komt neer op een kijkhoek van 50 graden. Bij deze afstand is de resolutie van 4 K 4096 X 2160 net voldoende om bij de standaard oplossend vermogen van de ogen van 20/20 oftewel 6/6 geen pixels meer te kunnen onderscheiden. Nu is dit nog een beetje over gedefinieerd, de eigenlijke resolutie van 4K is 4000 X 2000 hetgeen neer komt op 8 megapixels. Dit is vaak ook wat genoemd wordt als het minimaal aantal megapixels voor natuurfotografie. Dus alles dat de 8 megapixels overstijgt is overdone. Het hangt er natuurlijk ook van af hoe groot je een foto af laat drukken.

Grootte van de afdruk:

Bovenstaand gezegd hebbende is er ooit in het verleden een keer een onderzoek gedaan door iemand onder voorbijgangers op straat, waarbij foto’s door een professioneel lab werden afgedrukt op een formaat van 40 bij 60, de eerste foto was er 1 van 13 megapixels, de tweede 1 van 8 megapixels en de derde 1 van 5 megapixels en 95% van de voorbijgangers kon het verschil niet zien al stonden ze er met de neus bovenop, er was maar 1 persoon die de juiste megapixels bij de juiste foto kon duiden en dit was een docente fotografie. Zelf heb ik deze ervaring ook, ik heb bij mij thuis een fleece behang poster hangen van 1,45 meter bij 1,70 meter, deze is gemaakt van een foto die als originele resolutie 3 megapixel had en up gescaled moest worden naar 5 megapixels om te voldoen aan de minimale kwaliteit. Als ik hier met de neus op sta kan ik pixels/ruis zien, maar van een afstand gelijk aan de diagonaal van 2,25 meter is hier niks van te onderscheiden en ziet alles er scherp uit. Bovendien heb ik foto’s op Xpozer laten afdrukken van een formaat van 44 bij 80 cm breedbeeld met een minimaal vereiste resolutie van 5 megapixels, als ik daar met de neus op ga staan zie ik nog geen onscherpte, ruis of pixels. Dus de statements over resolutie zijn eigenlijk ook nog overdreven. Daarmee is de megapixel hype waarmee fabrikanten van fototoestellen schermen eigenlijk ontkracht. En dat terwijl fabrikanten en de mensen zelf meestal van het aantal megapixels uit gaan als zijnde het meest cruciale kwaliteitskenmerk van een toestel. Bovendien is het ook nog een keer zo dat hoe meer megapixels een sensor heeft hoe gevoeliger deze wordt voor ruis. Vooral bij compact camera’s is dat een probleem omdat ze op een relatief kleine sensor teveel pixels hebben.

Bewerken van foto’s:

Ook over het bewerken van foto’s is het laatste nog niet gezegd. Men zegt meestal dat het fotograferen in het RAW formaat van de camera het beste is. Dit geeft je de meeste toonwaarden en de beste mogelijkheid om een foto te bewerken. Maar je moet niet vergeten dat een RAW foto ook altijd bewerkt zal moeten worden, al is het alleen maar om de juiste witbalans (kleuren pallet) in te stellen. Daarnaast is door de hoeveelheid informatie en het ongecomprimeerde format de grootte van het bestand enorm. Als voorbeeld mijn camera maakt bij 10 megapixels foto’s in hoogste jpeg kwaliteit met een grootte van 2 megabyte in RAW wordt dat 20 megabyte. En dat moet worden weggeschreven dit duurt bij mijn toestel met een 10 speed SD kaart 3 tot 4 seconden, terwijl ik in jpeg er 3 per seconde weg schrijf. Bovendien passen er dus 10 keer minder RAW foto’s op een kaart. Op een kaart van 32 megabyte kan ik er 6000 in jpeg kwijt en dus maar 600 in RAW. Bovendien moet je na het bewerken van een RAW foto hem altijd nog in een ander formaat weer opslaan, dit kan dan in Photoshop *.psd format, *.png of *.tiff, waardoor je ook enig verlies hebt en maak je er een jpeg van dan is het voordeel al bijna helemaal weg. RAW heeft als voordeel dat het onbeperkt bewerkt kan worden zonder kwaliteitsverlies en dat het aantal toonwaarden veel hoger ligt dan bij jpeg dat een 8 bits formaat is. Maar als ik bij mijn eigen foto de jpeg bewerk door de hooglichten en schaduwen bij te werken, het contrast aan te passen en de scherpte verhoog en de ruis verwijder kan ik het verschil tussen het origineel en bewerkte exemplaar niet zien, sterker nog het bewerkte exemplaar komt beter uit de verf. Sterker nog als ik met mijn camera een RAW foto maak en die op 100% in Adobe vergelijk met de jpeg zie ik weinig verschil of dat moet hem aan het RAW formaat van mijn camera liggen. Dus het hangt er maar net vanaf hoe hoog je de eisen stelt.

Posted in Beeldformaten, Resolutie | No Comments »

Leave a Reply