Dierfotografie:
Wat houdt het in:
Luisteren, spieden, spotten, dichterbij kruipen en hopen dat het dier blijft zitten tot de perfecte foto is gemaakt. Dat is dierfotografie, tenminste als je geen schuilhut gebruikt. Vaak is het, het inschatten van de veilige afstand van het dier of uit het zicht dichterbij sluipen. Soms heb je geluk en is het dier minder schuw en maak je de mooiste shots, vooral vanuit de auto wil dit nog wel eens lukken. Toch heb je vaak, vooral bij kleinere dieren zoals (zang)vogels, ondanks de enorme telelens, zo'n kleine afstand nodig (soms tot op 2 meter of minder) dat het een spannende en soms frustrerende bezigheid is.
De techniek:
Dierfotografie heeft iets van portret- en sportfotografie: je wil het dier scherp op de foto met een vage achtergrond en dat ondanks de beweging van het dier. Het vergt snelle sluitertijden en een grote diafragma opening, de moeilijkheid hierbij is dat bij het juiste licht; 's morgens vroeg (tot 10 uur) en tegen de avond (vanaf 4 uur); de hoge sluitertijden moeilijk te halen zijn en dus veel foto's bewogen raken als je geen statief gebruikt. Dit maakt het weer een beetje spannend of een foto zal lukken of niet. Met de nieuwste digitale camera's wordt hier echter in voorzien doordat ze zijn voorzien van steadyshot (helpt alleen tegen eigen beweging niet de beweging van het dier) en weinig last hebben van ruis bij hoge iso gevoeligheid, waardoor snellere sluitertijden steeds meer mogelijk worden. Ook spiegelreflex camera's worden uitgerust met steadyshot, maar in dat geval beweegt de ccd mee met de trillingen van de camera in plaats van een lenselement. Panasonic heeft (kortgeleden) een nieuw type (spiegelreflex) camera uitgebracht met een 4:3 verhouding censor i.p.v. 3:2 en een elektronische viewfinder, dus de camera heeft geen spiegel en geen prisma meer maar de lenzen kunnen wel verwisseld worden en het lijkt nog wel op een spiegelreflex alleen is de camera wel compacter men noemt ze systeemcamera's en ze worden steeds compacter.
Collectie:
Veelvuldig op stap gaan heeft bij mij geleid tot een verzameling van 191 inheemse vogelsoorten uit diverse biotopen zoals: stedelijke gebieden, de zee, het bos, de heide, open land met heggen, moeras, enz. Nederland telt in totaal ongeveer rond de 2- tot 300 vogelsoorten (afhankelijk van de trek enz.) en sinds 1800 zijn er 477 soorten waargenomen en met het veranderende klimaat en de vele vogelspotters zullen dit er alleen maar meer worden, momenteel (2015) staat de teller met de Kaspische plevier op 500 en nu komen er per jaar maar zo'n 2 tot 3 soorten bij. Daarnaast heb ik nog een uitgebreide collectie insecten en amfibieƫn/reptielen. Ook mijn collectie zoogdieren begint serieuzere vormen aan te nemen (buiten de foto's van het in het weiland lopende vee om, hiervan heb ik overigens vooral een grote collectie foto's van paarden) alsook die van de weekdieren. Vissen fotograferen is iets lastiger maar ook die heb ik in beperkte aantallen gefotografeerd.
Macro:
Een ander aspect van dierfotografie is macro-fotografie van insecten en andere kleine dieren. Los van de bovenstaande aspecten krijg je hier juist te maken met een zo klein mogelijk diafragma (lensopening) om zoveel mogelijk scherpte diepte te krijgen, hetgeen resulteert in lange sluitertijden en dus dezelfde kans op bewogen foto's. Dit maakt dierfotografie het moeilijkst om te doen. Je onderwerpen zijn (moeilijk) te vinden, zitten (nooit) stil en zijn (onvoorspelbaar) in hun bewegingen. Een veel gebruikte techniek met bijvoorbeeld libellen is daarom om ze 's morgens vroeg te fotograferen als ze nog bedekt zijn met dauwdruppels en dus niet weg kunnen vliegen. Macro fotografie kan overigens op twee verschillende manieren. Met een spiegelreflex is het het meest logisch om een macrolens te kopen bijvoorbeeld van 100mm waarmee ja vanaf een meter afstand 1 op 1 fotografeert. Kun je geen lenzen wisselen dan is er de eenvoudige oplossing van voorzetlenzen. Die hebben 1 nadeel, hoe groter de vergroting hoe dichter je ook bij het onderwerp moet komen, in de praktijk betekent dit dat je met een 10 x macro lens zo dicht bij moet dat het bijna ondoenlijk is. Een derde techniek die wel eens gebruikt wordt is het in retro stand plaatsen van een lens bijvoorbeeld een standaard 50 mm lens of een telelens of een macro lens. Je plaatst eerst een retro adapter op je camera en daarna draai je daar de lens omgekeerd op. Op deze manier kun je met alleen al een 50 mm lens enorme vergrotingen bereiken afhankelijk van de lens wel tot 11 : 1, maar je moet wel heel dichtbij en de afstand schatten door heen en weer te bewegen en je zit met het diafragma en de lichtmeting die worden niet meer automatisch door de camera ingesteld en gemeten.