Hoofdmenu:
Fotografie in het buitenland:
Waar naartoe:
Ga ik naar het buitenland dan het liefst naar een land met gebergten. Het overweldigende landschap met zijn unieke vergezichten, de specifieke flora en fauna (met verschillen per regio, niet alleen tussen noord-
Een aantal specifieke dieren zijn bijvoorbeeld: De Alpensalamander (vind je meestal aan de noordkant van de Alpen, waar het vochtiger is): een vreemde verschijning, helemaal zwart van top tot teen (zelfs de ogen) en de structuur van een rubber kunstaas of een speelgoed beestje of als je van wine-
De plantenwereld in de Alpen typeert zich (vooral op grotere hoogte) door dwerggroei, behaardheid (tegen de koude) en (tegen de droogte) stam en bladsucculentie (opslag van water in blad en stengel). De overbekende soorten als Edelweiß (wel appart, maar een beetje onooglijk met zijn viltige voorkomen) en het Alpenroosje overschaduwen de in verhouding veel mooiere soorten als: alpenleeuwebek (zo klein dat je er met gemak aan voorbijloopt, ware het niet de grote hoeveelheid paars met oranje bloemen die je krijgt te zien), Alpenvetkruid, donkere akkelei (dieppaarse bloem bijna tegen het zwart aan), Alpenbosrank, trossteenbreek en dan noch de vele orchideeën waar de alpenweiden soms letterlijk mee bezaaid zijn. We hebben in Oostenrijk een keer in één stukje weide een 10 tal soorten bij elkaar gezien die in aantal net zo talrijk waren als bij ons de boterbloemen of de pinksterbloemen. Kortom genoeg stof tot fotograferen.
Andere gebieden:
Maar ook in andere gebieden is er nog veel te fotograferen, voornamelijk ook om het feit dat zowel het terrein als de dieren en planten (zoveel) verschillen van onze platte (eentonige) weilanden, moerassen, heidegebieden, kwelders, zeeën en bossen en vaak zijn de gebieden ook veel groter en ongerepter. Dit geeft mij vaak een enorme boost en inspiratie wat fotograferen betreft. Men zegt vaak dat regelmatig terugkeren naar een gebied de mooiste foto's oplevert, maar voor mij werkt dit andersom, vooral tijdens de vakanties in het buitenland maak ik de mooiste foto's.
Één gebied dat mij aangenaam verrast heeft is Pembrokeshire in Wales, een schitterend kustgebied met leuke (kleine) haventjes, maar ook de preselli hills en de oerbossen in het binnenland spreken tot de verbeelding en in het voorjaar is het gebied rijk aan fauna, met name de kustvogels. Duitsland heeft met zijn grote verscheidenheid aan gebieden ook zo zijn charme, vooral ook door de vele leuke dorpjes met hun vakwerkhuizen. Het Deense vasteland met zijn licht glooiende heuvels vol akkers met akkerbloemen en bermen vol kleur is aantrekkelijk te noemen, maar wat mij van dit land de grootste indruk heeft achtergelaten zijn de enorme krijtrotsen langs de kust van het eiland Mön, ontzettend fotogeniek en de fossielen liggen er voor het oprapen, was het land niet zo groot als het is dan zou het met zijn overal tegenwoordige kust door kunnen gaan voor een schiereiland. Dezelfde krijtrotsen vind je terug op het Duitse eiland Rügen waarvandaan je de krijtrosten op Mön kunt zien liggen. Ook bekoort dit eiland door zijn ongereptheid met veel hagen en boomsingels en de aanwezigheid van vele kraanvogels en zeearenden. Frankrijk heeft dan weer zijn gunstige klimaat vooral in het zuiden waar in de maguis letterlijk dwerggroei optreed in verband met de hoge temperaturen en weinig neerslag in een gebied dat één grote laagvlakte lijkt, de Ardeche ligt iets noordelijker en heeft daardoor een milder klimaat en is ook veel geëxponeerder. Je vindt er zelfs gebieden met vulkanisme, hoewel de vulkaankegels die je ziet al heel lang geen activiteit meer vertonen, soms zie je gesteenten aan de oppervlakte komen waarin je de rollende magma terug ziet. Het is een land rijk aan zeldzame orchideeën, soms velden vol, verschillende typen slangen waaronder de aspis adder en de toornslang (kan wel zo'n 2 meter lang worden), insekten zoals bidsprinkhanen, kortom een zuidelijke flora en fauna. Maar aan de randen heb je natuurlijk ook nog de gebieden met hooggebergten en een enorme lange kusstrook. Landen als Tsjechië doen voor ons westerlingen nog zo ouderwets aan, oude vervallen dorpjes, oude vervoermiddelen enz. Zweden is dan weer een heel sterk bebost gebied met vele grote meren en in plaats van gras een onderbegroeing van mos, bosbes en heesters als jenevebes en dwerggroei van berken die vol hangen met baardmossen. Ook heb je hier boomloze, moerassige hoogvlakten (fjell), waar je veel soorten vogels en bijzondere planten tegen kunt komen waaronder immergroen, goudbraam, zweedse kornoelje. De rendieren, muskusossen, wolven, beren, veelvraat, sneeuwhaas en eland maken het een uniek gebied wat zoogdieren aan gaat. Het buurland Noorwegen heeft meer ruige gebergten en een unieke fjordenkust geflankeerd door 1000 meter hoge bergen, ook hier is de flora uniek maar ook heel uitbundig als er één bepaalde soort staat dan staat het er ook bomvol van, om een paar soorten te noemen: Immergroen, zweedse kornoelje, donkere ooievaarsbek, lupinen, vetbald, bosannemoon, zonnedauw, eenarig wollegras. Dezelfde bijzondere zoogdieren als in Zweden komen hier ook voor zij het iets minder uitbundig op de muskusossen na die je hier heel veel tegen kunt komen.
Buiten Europa ben ik nog nooit geweest, maar als ik me voor ogen haal wat ik binnen Europa alleen al ben tegengekomen en heb gefotografeerd dan heeft Europa ook ontzettend veel te bieden en heb ik nog veel gebieden en landen nog niet bezocht waaronder Finland, Polen, IJsland (moet ook indrukwekkend zijn), Griekenland, Spanje/Portugal, Rusland en noem maar op. Toch zou een tropische omgeving mij ook wel wat lijken, een land dat altijd tot mijn verbeelding heeft gesproken is Nieuw-